Orestes' Last Tango

De wereld van 'ons Argentijnen uit Buenos Aires' door Anke Welten Schrijfster-regisseuse Beatriz Gambartes en componist-pianist Diego Vila droomden al tijden van 'echt Argentijns muziektheater'. Orestes' Last Tango is de vervulling van die droom. De tango-opera draagt alle culturele sporen in zich die ze als Argentijn hebben meegekregen. Het is nu aan de buitenwereld om te zeggen wie ze zijn.

De portier heeft de liftdeur opengedaan en op het juiste knopje gedrukt, de huishoudster opent de voordeur. Daar sta je, in de huiskamer van operaschrijfster en regisseuse Beatriz Gambartes in Buenos Aires. De schilderijen aan de muur zijn van haar vader Leonidas Gambartes. Ze vertonen overeenkomsten met het werk van Picasso en Chagal, maar hebben tegelijkertijd een bijna onzichtbare Latijns-Amerikaanse touch van mystieke figuren. Dit is Argentinië: zo Europees mogelijk, en toch niet helemaal.
Ook aanwezig is componist-pianist Diego Vila. Met hem werkt Gambartes inmiddels al tien jaar intensief samen. Hun eerste gezamenlijke productie was Sin Compasión, uit 1994: een muziektheaterstuk met tango's, bolero's en eigen thema's. Daarna volgden onder meer de tangomusicals Que has hecho de mí (1996) en Tus besos fueron míos (1998), die beide in de prijzen vielen. Inmiddels zijn ze ruim twee jaar bezig met de voorbereiding van hun bijdrage aan het Wereld Muziektheater Festival 2002: de tango-opera Orestes' Last Tango. Dit stuk is groter van opzet dan hun eerdere voorstellingen. Een sextet met piano, bandoneón, strijkinstrumenten, blazers en percussie speelt tango's, milonga's en candombes, die deels zijn gebaseerd op traditionele thema's en alle door Vila zijn gecomponeerd. Vijf zangers-acteurs doen mee en negen dansers. Belangrijke rollen zijn weggelegd voor Ricardo en Nicole Klapwijk, een Nederlands-Duits echtpaar dat tot de beste tangodansers van Argentinië behoort en tijdens het Wereld Muziektheater Festival in 1999 een eigen succesvolle tango-productie presenteerde. Zij hebben namens het festival Vila en Gambartes gevraagd een nieuw stuk te maken. Ricardo produceert en coördineert de voorstelling, Nicole danst mee.

Universeel thema
'Bijna alle muziektheatervoorstellingen die in Buenos Aires worden gemaakt zijn geïmporteerd uit Europa of de VS', vertelt Diego Vila. 'De thema's komen van elders, de muziek ook. We kunnen daar als regisseur prima mee overweg - Beatriz heeft vorig jaar nog Mozarts Bruiloft van Figaro geregisseerd en ik ben nu bezig met een stuk gebaseerd op Napolitaanse liederen. Maar we hebben altijd de droom gehad om een echt Argentijns muziektheaterstuk te maken, op basis van een werk uit de Argentijnse literatuur en met eigen muziek. Een stuk dat ons, Argentijnen uit Buenos Aires, vertegenwoordigt. Nu krijgen we die kans.'
Honderden boeken lazen en herlazen ze, op zoek naar dat ene verhaal dat alles zegt over Argentinië en dat te bewerken was tot een tango-opera. Ze kwamen uit op El Reñidero, 'Het hanengevecht': een toneelstuk uit 1962 van de Argentijnse schrijver Sergio de Cecco, die zich baseerde op Elektra van Sophocles.
Net als de teksten van veel tango's speelt het verhaal zich af in een achterbuurt van Buenos Aires, aan het begin van de twintigste eeuw. De wereld die tot dan toe bepaald werd door de macho die het beste kan vechten en het meeste succes heeft bij de vrouwen, is aan het veranderen. Wie moordt krijgt nog steeds respect in zijn directe omgeving, maar blijft niet zoals vroeger ongestraft door de staat.
Van een Griekse klassieker naar Argentijnse tango is niet zo'n grote stap als het lijkt, vindt Gambartes. 'Het thema is universeel: ouders bepalen het lot van hun kinderen, en bepalend voor ieders leven zijn de tijd waarin je opgroeit en de plaats waar je woont. In de wereld van de macho's in de achterbuurten van Buenos Aires golden aan het begin van de vorige eeuw strikte regels en omgangsvormen. In de tango gelden die nog steeds: de man die tango danst is als een pauw - hij spreidt zijn veren om indruk te maken op de vrouwen en bepaalt vervolgens alles wat er gebeurt. En de vrouw, die volgt.'
Als voorbereiding op hun bewerking van El Reñidero tot tango-theaterstuk hebben Gambartes en Vila allereerst beschreven wat ze precies wilden: een visueel verhaal, over de wijken waarover de tango-liederen gaan, over het leven in de danssalons en over de tango zelf. Vervolgens gingen ze op zoek naar de personages achter de tekst, hun karakter en ontwikkeling in het verhaal. Daarna volgde een vertaling in muziek. 'In het begin waren wij het die het verhaal en de muziek maakten', vertelt Gambartes. 'Maar inmiddels zijn de personages tot leven gekomen, zij vertellen ons hoe we verder moeten Al zijn ze soms wat moeilijk te verstaan.' De karakters hebben de rolverdeling bepaald. 'Helena, de zus van Orestes, die haar vader Morales als grote voorbeeld ziet, is een volks iemand; haar rol wordt vertolkt door iemand uit de traditionelere wereld van de tango. Nélida, de weduwe van Morales, is een lyrische persoonlijkheid en heeft dus een lyrische stem. Orestes kon voor ons niet anders zijn dan een tenor.'

Brede achtergrond
Gambartes en Vila noemen hun nieuwe productie een 'tango-opera', wat ze simpelweg vertalen met 'muziektheater voorzien van tangomuziek'. Het is nadrukkelijk geen musical: dat woord doet te veel denken aan Broadway en aan populaire, Amerikaanse liedjes. Een verbinding tussen opera en Argentijnse tango ligt overigens voor de hand: vrijwel alle Argentijnse tango-componisten zijn tegenwoordig geschoold in westerse klassieke muziek. Ze zijn gewend te werken vanuit diverse muziektradities en -stijlen en willen zich niet gedwongen voelen voor het een of ander te kiezen. Bovendien: zoals iedere Argentijn be‹nvloed is door de mythische vertellingen van Jorge Lu¡s Borges, zo is iedereen die is opgegroeid in het gebied van de R¡o de la Plata - Argentinie of Uruguay - onontkoombaar beïnvloed door de tango. Neem Vila's grootvader, Jos‚ Ink. Die trad in de jaren twintig wekelijks als pianist op in Chant Eclair, toen een van de belangrijkste uitgaansgelegenheden van Buenos Aires. Hij speelde zowel tango's - toen iets nieuws - als jazz en Caribische muziek. Van die grootvader leerde Vila op zijn zesde pianospelen. 'Die brede achtergrond raak ik nooit kwijt.
'Orestes' Last Tango is een werk van nu, uit het begin van de 21ste eeuw, benadrukken tekstschrijfster en componist. Wat nu traditionele tango wordt genoemd is gemaakt in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw, door tekstschrijvers en componisten uit die tijd en met thema's uit die tijd. Als je dat na wilt doen, bedrijf je archeologie. 'De muziek moet precies passen bij het karakter van de personages, dat is het enige wat telt voor ons.'
Beatriz Gambartes: Orestes' Last Tango bevat alle culturele elementen die wij hebben meegekregen. Onze identiteit zit erin, onze blik op de wereld. Een identiteit kun je alleen beschrijven door haar te vergelijken met andere. We zijn het festival oneindig dankbaar dat ze ons uit het gesloten wereldje van de tango heeft gehaald en in de wereld zet. Zo kan de wereld ons zien en zeggen wie we zijn.' Journaliste Anke Welten is correspondent voor Algemeen Dagblad in Buenos Aires, Argentinië.